Even voorstellen: directeur Naud van Geffen

Klaar voor een ondernemend theaterseizoen

Naud van Geffen over nieuwe verbindingen, cultuur en samenwerken

“Het bruist in Alkmaar. Wat ben ik in een warm bad terechtgekomen; in mijn eerste maand heb ik een hele reeks aan fijne mensen ontmoet. De Vest en de Grote Kerk hebben veel potentie en draaien als een geoliede machine. Aan mij de eervolle taak om nóg meer te laten zien wat we in huis hebben en nieuwe verbindingen te maken, ook in onverwachte hoek.”

Naud van Geffen heeft per 1 oktober het stokje overgenomen van Peter Blaauboer als directeur-bestuurder van TAQA Theater De Vest en de Grote Kerk. De eerste maand in functie was meteen een feestelijke: op zijn eerste werkdag stond hij als dagvoorzitter in de Kerk, een week later was het Alkmaars Ontzet, gevolgd door het jeugdtheaterfestival en Vest in de Stad.

“Het is geweldig om de start van dit theaterseizoen mee te maken, zeker na de afgelopen coronajaren”, vertelt Naud. “In deze eerste weken heb ik direct de gelegenheid gekregen om mijn team goed te leren kennen en om belangrijke partners, ondernemers en mensen te ontmoeten in de stad. De programmering van onze organisatie is uniek, zeker voor een middelgroot theater zoals wij zijn: de combinatie tussen grote namen in het aanbod én nicheprogrammering voor kinderen en jeugd, dansliefhebbers en blues- en jazzfanaten vind ik echt heel tof.”

Stage lopen
“Tot 1 oktober werkte ik nog als zakelijk leider bij het Koor van de Nationale Opera & Ballet in Amsterdam. En op 1 oktober begon mijn nieuwe rol bij De Vest. Veel tijd voor een uitgebreide overdracht, was er dus niet. Gelukkig kon ik in de nazomerperiode een paar ochtenden stage lopen bij Peter”, lacht Naud. “Heel fijn om mijn nieuwe rol te verkennen. Met welke mensen ga ik straks dagelijks samenwerken? Met hele leuke, zo blijkt. Wat gaat er al goed hier? Heel veel.

Echt bijzonder om te horen en te zien hoe Peter en zijn team de organisatie hebben opgebouwd en met hoeveel passie en liefde de medewerkers én de Alkmaarders over De Vest en de Grote Kerk praten. Tegelijkertijd begin ik nu voor mezelf steeds duidelijker te krijgen hoe ik kan bijdragen aan de processen en de potentie van het theater. Ik zou het geweldig vinden als jonge makers in Alkmaar de ruimte zien en pakken om zichzelf te ontwikkelen. Als we meer de verbinding opzoeken met regionale partners en ondernemers en nóg meer op zoek gaan naar het hele pakket in ons aanbod.”

Samen optrekken
“Voor iedereen iets moois aanbieden, dat is wat mij betreft de ‘taak’ van een theater. Daarom gaan we de Alkmaarse wijken in en gesprekken voeren over wat er nodig is om voor een bredere linie een aansprekende programmering neer te zetten. Menselijk contact, daar geloof ik in. Met elkaar het gesprek aangaan over cultuur, over emotie, over plezier. Theater kan niet bestaan zonder publiek. En we zijn allemaal mensen met bijzondere achtergronden, bagage en behoefte aan kunst en cultuur. Om die reden vind ik het nóg belangrijker om die connectie te maken. Laat dus vooral van je horen. Echt alle input is welkom!”

Openstaan voor iedereen
“Sommige mensen ervaren nog een drempel om het theater binnen te stappen. Aan ons de taak om zo veel mogelijk open te staan. Letterlijk en figuurlijk. Daarom gaan we de gevel en de entree aanpakken en willen we ook de Kerk zichtbaarder toegankelijk maken. Door de ingang aan de voorzijde duidelijker zichtbaar te maken, maar ook voor een bredere doelgroep. Iemand vertelde me laatst dat hij in de Grote Kerk soms bijna niets meer hoort doordat hij last heeft van zijn gehoor in combinatie met de bijzondere akoestiek. Daar kunnen we iets mee. En ik ben blij dat hij het aangeeft, omdat ik me er zelf totaal niet van bewust was. Sowieso heb ik begrepen dat er in de regio een doelgroep is van kinderen die bijvoorbeeld baat hebben bij prikkelarme activiteiten. Ook dat kan in het theater.”

Ondernemend samenwerken
“Samenwerken met andere ondernemers uit de regio staat ook hoog op mijn lijstje. Hoe kunnen we elkaar versterken? Want er gebeurt al zo veel in deze stad. En dat kan nog bruisender worden als we samen optrekken. Denk aan organisaties als AZ, Karavaan en andere culturele partners en onverwachte kruisbestuivingen. Zo heb ik bij de Nationale Opera & Ballet een tijdlang een neuropsycholoog laten meedraaien om te onderzoeken wat er nou eigenlijk gebeurt rondom een voorstelling: die wisselwerking tussen publiek en performer en het gevoel dat je kunt hebben door een gezamenlijke ervaring – dat is dus allemaal te verklaren. Superinteressant!

Steeds meer organisaties ontdekken de Kerk als ‘grote zaal’ die we in De Vest niet hebben. Geweldig toch om daar kunsttentoonstellingen, bockbierfestivals, bedrijfsevenementen en het Grote Pietenhuis te kunnen huisvesten? Ook kijk ik enorm uit naar het Grote Raam, dat volgend jaar als bijzonder kunstwerk tijdens Alkmaars Ontzet in de Kerk wordt geplaatst: het grootste raam van het Europese vasteland.”

Naud in een notendop
“Toen ik 18 was en geschiedenis studeerde belde een goede vriend van me op met de vraag: wil je een bijbaantje? Nou, dat zag ik wel zitten. Ik belandde bij Het Gelders Orkest in Gelderland, waar ik onder meer met de Nederlandse Reisopera meereisde naar de verschillende locaties, de opbouw op me nam en lessenaars klaarzette. Al op jonge leeftijd bleek ik een voorliefde te hebben voor organiseren en ondernemen. Tijdens mijn loopbaan heb ik onder meer een schildersbedrijf, een Italiaanse catering en een Pools klusbedrijf gerund en drukwerk op culturele evenementen verzorgd.

Ook de liefde voor cultuur zat er al vroeg in. Op de vrije school kwam ik in aanraking met toneel, muziek en dans. Vooral acteren vond ik geweldig om te doen: hele stukken van Peer Gynt ken ik nog uit mijn hoofd. Sommige vrienden vinden het nog steeds geestig dat uitgerekend ík als orkestinspecteur, orkestmanager en uiteindelijk als zakelijk leider bij een operakoor terechtkwam. Want hoewel ik al van jongs af van muziek hield; de uitvoering was minder.”

Poëzieliefhebber
“Waar het kan, draag ik een passend gedicht voor. Ook sluit ik soms een belangrijk mailtje af met een gedicht, zodat ik zeker weet dat de mail gelezen is als iemand over dat gedicht begint”, lacht Naud. “Die liefde voor poëzie begon dankzij mijn leraar Nederlands die Aan Rika van Piet Paaltjes introduceerde. Door de jaren heen ben ik meer gedichten gaan lezen. Rutger Kopland, Ruben van Gogh en Bart Moeyaert vind ik erg goed. Zo heb ik tijdens de coronaperiode bij de Nationale Opera Van Gogh opgebeld om te vragen of hij een gedicht wilde maken voor alle betrokkenen. Ruben putte uit ervaringen van gepensioneerde koorleden en maakte iets prachtigs. Tekst is blijvend, dat vind ik er zo mooi aan. Daarna belde ik mijn leraar Nederlands om te vertellen dat dankzij zijn inspiratie dat gedicht geboren was. Dat zijn mooie dingen, toch?”